Notice: A non well formed numeric value encountered in /home/godsking/public_html/processwire/site/templates/_header.php on line 15

Notice: A non well formed numeric value encountered in /home/godsking/public_html/processwire/site/templates/_header.php on line 16

Notice: A non well formed numeric value encountered in /home/godsking/public_html/processwire/site/templates/_header.php on line 17

Notice: A non well formed numeric value encountered in /home/godsking/public_html/processwire/site/templates/_header.php on line 19
God's Kingdom Ministries
Serious Bible Study

GKM

Donate

Hoofdstuk 4: De Regenboog

De dag brak aan met een dreiging van regenbuien, snel uitgedaagd door de felle zon die om de katoenachtige wolken gluurde, alsof het vlammende zwaarden van licht door iedere opening heen stuurde. Ik was vastberaden om die dag een ballonrit te maken om de berg vanuit een hoger perspectief te kunnen bekijken. Toen ik een paar dagen eerder voor het eerst aankwam bij de herberg, was ik langs een ballonvaartbedrijf gekomen, maar ik had er niet veel aandacht aan geschonken totdat mijn interesse in de berg gewekt was.

Terwijl ik langzaam over de smalle weg reed ten oosten van de herberg, hoopte ik dat het niet zou gaan regenen, want dat zou zeker zorgen voor de annulering van alle ballonvaarten. Ik was nog niet ver op weg toen ik een lam zag liggen vlak naast de weg. Zo te zien was het gewond of dood en ik voelde een plotseling medelijden voor dit beest. Ik parkeerde de wagen aan de kant en liep snel naar de plek waar ik het lam vond. Het bleek verscheurd te zijn door een ander beest terwijl de mensen lagen te slapen.

Roofzuchtige beesten! Mijmerde ik in stilte. Het moet een wolf zijn geweest. Het zit in hun natuur om te doden en te eten. Dit lam was echter niet opgegeten. Wat het ook was dat het vermoord had, het was niet hongerig geweest, maar had het hulpeloze schepsel alleen aangevallen omdat het de macht had om dit te doen.

Voorzichtig pakte ik het lam op en nam het mee naar mijn wagen, niet echt wetende wat ik anders moest doen. Ik vervolgde mijn weg en vond mijn bestemming net na de volgende bocht. De afslag was een onverharde weg onder een boog door waar op stond: “Hemelse Ballonvaarten.”

Dit was de plek. Maar wat ik de vorige keer had gemist in mijn enthousiasme om bij de herberg te komen, was dat er ook andere activiteiten te doen waren. Ze maakten reclame voor kameelritten voor mensen die zich voor een dag exotisch wilden voelen en er was een kinderboerderij voor kleine kinderen. De kinderboerderij had ook een aantal lammeren, omdat ze zo lief en zacht zijn – ideaal voor opgetogen kinderen.

Ik realiseerde me toen dat het dode lam van deze kinderboerderij afkomstig was en dat het de gevaarlijke buitenwereld in was gedwaald. Ik nam het lam in mijn armen en droeg het door de kleine menigte van opgewonden kletsende families naar een man die de leiding scheen te hebben. Toen hij me aan zag komen met mijn levenloze vracht, kreunde hij meteen, gooide zijn armen in de lucht en rende naar me toe. “Oh!” kreunde hij, tot het lam sprekend. “Daar ben je. Ik wist dat dit zou gebeuren.”

Toen draaide hij zich naar mij en vroeg met tranen in zijn ogen, “Waar heb je hem gevonden?”

“Een stukje verder op de weg,” antwoordde ik. “Het lijkt erop dat een wild dier hem gedood heeft ergens in de nacht.”

“Kom, laat me hem van je overnemen,” antwoordde hij. “Ik ben Joshua. Ik ben de eigenaar van deze plaats en dit lam was als een familielid. Hij was het favoriete lam van elk kind, zo vol van liefde voor hen allen.”

Ik gaf Joshua het lam waar hij van hield. Hij draaide zich om en droeg het langzaam naar het hoofdgebouw, het constant kussend en kroelend. Mijn borst liet vlekken van opgedroogd bloed zien, maar ik besloot niet terug te gaan naar de herberg om een schoon shirt aan te doen. Nu ik hier was, was ik vastberaden om een ballonvlucht te nemen nu het weer nog steeds meewerkte.

“De vlucht is gratis voor u,” zei de vrouw aan de kassa, kijkend naar het bloed op mijn shirt. “U bracht ons geliefde lam naar ons toe, dat was meer dan genoeg om te betalen voor de vlucht.”

“Dank u,” antwoordde ik. “Wanneer zal de volgende vlucht beginnen?”

“Negen uur precies,” zei ze.

“Zijn er geen anderen voor mij?” vroeg ik.

“Velen willen een vlucht, maar u bracht het lam,” zei ze nadrukkelijk.

Ik keek op mijn horloge en zag dat ik zo’n twintig minuten had om rond te kijken. Er waren tuinen met wandelpaden in de buurt, omzoomd door prachtige bloemen. Ik wandelde wat tussen de bloemen, genietende van de geur en natuurlijke schoonheid van de schepping. Ik liep door de Rozenstraat en bewonderde de roze, rode en witte rozen die me wenkten met hun blaadjes, als groepen giechelende, jonge, geparfurmeerde dames die de aandacht hopen te krijgen van knappe jonge mannen.

“Zo aantrekkelijk,” zei ik hardop, “en toch zo vergankelijk. De mens is als gras. Het gras verdort en de bloem valt af. 42 Hoe kan iets zo mooi bloeien en zo snel vervagen?”

Ik had heel weinig tijd om de schoonheid van de rozen te waarderen voordat ik naar het met touwen omlijnde gebied van de ballonvluchten toe moest. Ik kon het lawaai van de kachels en ventilatoren horen die de ballonnen al aan het vullen waren met hete lucht. Toen ik bij de lage poort kwam, las ik het humoristische bord, “Alleen Lammeren; Geen Kamelen.”

Ik glimlachte. De eigenaar van het bedrijf was duidelijk ingesteld op kinderen. De poort was laag genoeg om het erg moeilijk te maken voor een lange, trotse kameel om er doorheen te gaan. Met een normale hoogte, moest ik zelfs bukken om door de poort te kunnen. 43

Juist op dat moment kwam Joshua naar me toe rennen. “Ik wil jou zelf meenemen op deze vlucht,” legde hij uit. “Op die manier zullen we niet gebonden zijn aan de klok. Ik wil er zeker van zijn dat je de beste ervaring van je leven krijgt.”

Ik bedankte hem, dankbaar voor zijn vriendelijkheid. Een gevoel van verwachting bleef in mij groeien. Ik wist dat dit weer een voorbestemde tijd van geestelijke groei zou zijn en dat ik de kans zou krijgen om de Berg van Openbaring van een hoger gezichtspunt te zien dan hiervoor. Ik had het al van de binnenkant gezien en van de zijkant, maar nu zou ik het van bovenaf bekijken.

De ballon was ontworpen van nylon stof in de kleuren van de regenboog met daaroverheen een naam met grote letters: GELOOF. Dit was om het te onderscheiden tussen de andere ballonnen, elke had een eigen naam. “Wij nemen de Geloofsregenboog vandaag,” zei Joshua met een lachje. “Het vraagt echt geloof om zo hoog te vliegen. Veel mensen zijn te bang om het risico te nemen.”

Ik was het met hem eens. Een heel aantal dingen kon verkeerd gaan – defect apparatuur, opraken van het propaangas, vliegtuigen die in de buurt vliegen, ongunstige weersomstandigheden. Ik zette alle twijfels opzij en was vastbesloten om te geloven dat deze reis voorbestemd was door een hogere Macht om nieuwe openbaring te geven voor het leven voor ons, niet een levensbeëindigende ramp.

Terwijl de ballon langzaam opsteeg, verschenen er twee grote en kleurrijke bogen hoog in de lucht, zwevend boven de aarde. “Kijk, een dubbele regenboog!” Riep Joshua. “Dit wordt een gezegende rit. Een regenboog is een belofte van de Schepper, weet je.”

“Ja, ik weet het,” antwoordde ik. “Ik ben benieuwd wat deze dag zal brengen.”

In een paar minuten tilde de ballon ons in de mand hoger en hoger de stilte in, ver boven de drukke menigte op de thuisbasis. We stegen hoger en hoger. Het was alsof de regenboog-gekleurde ballon aangetrokken werd door geestverwanten en dat ze zich verzamelden voor een familiereünie na een lange tijd van scheiding.

Joshua trok aan het koord en de stilte werd ruw verstoord door de luide explosie van vuur en hete lucht die in de ballon omhoog schoten. Ons opstijgen versnelde bij elke stoot van vuur. Hoe geweldig was het dat de door dit vuur verhitte lucht ons zo hoog mee kon nemen, de hemelen in. 44 Terwijl alle kleine objecten en mensen op de grond uit het zicht verdwenen, begon het grote geheel van de schepping naar de voorgrond te komen. Het voelde alsof we in een wereld tussen hemel en aarde hingen. We waren niet echt in de hemel en ook niet echt op aarde.

Toen gebeurde er iets ongebruikelijks. Het leek erop dat we naar de regenboog werden getrokken, alsof het tegen een hemels plafond was gebotst en niet hoger kon gaan. Ondanks dat, bleven we stijgen, dichter en dichter bij zijn heldere kleuren. De volgorde van de kleuren leek te verschillen van een normale regenboog. Eigenlijk was alles anders, want regenbogen vluchten altijd voor je weg, niemand is ooit in staat hem te vangen.

Al snel kon ik zien dat elke kleur samenging met zijn buurman door een mix van twee kleuren in een perfect huwelijk. Elk mengsel herinnerde me aan het grote huwelijk tussen hemel en aarde, elk iets van zichzelf bijdragende aan de ander om een unieke kleur op zich te vormen.

Mijn gedachten gingen terug naar de Beschermer, die iets had gezegd wat ik tot op heden was vergeten. In het begin waren man en vrouw individueel geschapen met een ziel en geest die ontworpen waren om een perfect innerlijk huwelijk te vormen. Hoewel dit huwelijk verbrijzeld werd door de eerste ongehoorzame daad, zal het originele plan van de Schepper Hem niet ontzegd worden door de wil van enige ondergeschikte macht. De disharmonie tussen ziel en geest zorgden voor een omweg, niet voor een wegversperring. De omweg zelf, gebouwd op deeltjes van de tijd, werd gepland vanaf het begin, zodat we geduld zouden leren, waardoor ervaring wordt verkregen. Ervaring was nodig om onze vorming compleet te maken en ons allen in volwassenheid te brengen als zonen van de Schepper.

In de stilte van dit hangen tussen twee werelden weg van tijd en ruimte, raakte ik al snel verwikkeld in een diepe discussie met Joshua, die tegen die tijd zijn hart had geopend en schatten van oude en nieuwe wijsheden toonde. 45 Hij bleek een standvastig begrip te hebben van ziel en geest, het oorspronkelijke doel van beide, hun conflict door de eeuwen heen en hun uiteindelijke hereniging, wanneer ervaring zijn weg gelopen zal hebben.

“De eerste ongehoorzaamheid,” beweerde hij met kennis van zaken, “bracht niet alleen scheiding tussen de mens en zijn Schepper. Het bracht ook verdeeldheid en spanning tussen ziel en geest. Toen onze eerste voorouders van de boom van kennis aten vóór de boom van leven, maakten ze kennis dominant over het leven en dus vergaten ze dat wijsheid voortkomt uit het leven. Ze werden toen misleid met een verwarring tussen wijsheid en kennis. Door kennis prioriteit te geven boven het leven, hebben ze de oorspronkelijke scheppingsorde omgekeerd en dit kan alleen hersteld worden door tijd en ervaring.”

Hij pauzeerde, maar ik bleef stil en overdacht dit. “Hetzelfde heeft plaatsgevonden in ieder van ons met betrekking tot ziel en geest. De geest is onze boom van leven en de ziel is onze boom van kennis. De oorspronkelijke ongehoorzame daad heeft in beweging gezet dat de ziel dominant werd over de geest en sinds die tijd heeft de mens prioriteit gegeven aan zielse kennis, in plaats van geestelijk leven en haar wijsheid.”

Eén van onze meest geduchte hindernissen,” legde hij uit, “is het feit dat sterfelijke zielen ongeduldig zijn. Beperkt door de tijd voelt de ziel continu een agressieve drang om alles NU te hebben. De geest heeft zulke beperkingen niet en leeft geduldig en zelfs nederig onder de heerschappij van de sterfelijke ziel, totdat een verwekte zoon van de Schepper zijn autoriteit gebruikt om de geest naar zijn rechtmatige plaats van autoriteit terug te zetten. Dit herstelt de juiste wetmatigheid.”

“Dus,” antwoordde ik, “is het perfecte huwelijk tussen ziel en geest een relatie waarin de geest over de ziel heerst?”

“Niet precies,” zei Joshua. “Wetmatigheden zijn een middel, niet het doel van de Schepper. Kijk naar de mix van kleuren in de regenboog, waar de twee elkaar ontmoeten in een perfect huwelijk. Heerst één kleur over de andere? Omdat ze gerangschikt zijn op volgorde, met de ene kleur boven de andere, lijkt het dat de ene over de andere heerst, maar als je preciezer kijkt, dan zie je de kleuren harmonieus in elkaar overlopen.”

“Ja, ik kan zien dat er twee manieren zijn om hier naar te kijken,” zei ik.

“De geest begrijpt dat de tijd moet worden beheerd en niet beheerst. De geest weet dat tijd aan de Schepper toebehoort, die het deed ontstaan door Zijn woord 46 en dat tijd op gestaag tempo verder marcheert, zonder verantwoording af te leggen aan enig ander schepel. Maar zou de ene de andere moeten overheersen?”

“Nee, een ieder zou vrij moeten zijn om zijn eigen sterkte bij te kunnen dragen aan de ander op gelijke wijze.”

“Precies,” zei hij, met zijn hoofd knikkend. “Dominantie kan niet anders dan zorgen voor een bepaalde gebondenheid, hoewel het op liefdevolle manier kan worden toegepast. Er bestond niet eens zoiets als autoriteit of dominantie, totdat ongehoorzaamheid dit nodig maakte. 47 Toen de ziel begon te overheersen, voelde de geest de noodzaak om de harmonie te herstellen. De Schepper gebood de geest dus om zijn positie te herwinnen, niet door middel van geweld, maar door de kracht van liefde, zodat het de relatie kon herstellen naar een plaats van harmonie en overeenstemming. Uiteindelijk, wanneer dit bereikt is, worden dominantie en autoriteit overbodig, want de twee zijn één geworden en de twee kleuren zijn perfect vermengd.”

“Ik begrijp het,” antwoordde ik. “Autoriteit werd niet verleend totdat de behoefte hiernaar ontstond. En uiteindelijk zal autoriteit opgeslokt worden door overeenstemming. Dit is wat ik geleerd heb van de Stem in de berg.”

Joshua keek me aandachtig aan, alsof hij een vraag overwoog, maar hij zei niets. Tegen deze tijd hadden we de onderste kleur bereikt van de eerste van de twee regenbogen. Ik kon duidelijk zien hoe het sterke violette licht zijn hart tevoorschijn bracht om het blauwe licht, wat zijn metgezel was, te omarmen. Ik strekte mijn hand uit en toen ik het aanraakte, hoorde ik de stem van de regenboog spreken: “Verbond”. 48

De Stem versplinterde de koele stilte als een donderslag en Joshua en ik sprongen allebei op in een moment van paniek. “De regenboog spreekt!” Riep Joshua nadat hij zijn rust had hervonden.

“Ja, het lijkt erop dat dit weer een moment van openbaring wordt,” antwoordde ik. Hoewel de Stem in de grot zachter en met een warme gloed was gekomen, herkende ik dit als dezelfde Stem, 49 maar deze keer was het alsof er een krachtige bliksemschicht naast ons had ingeslagen.

“Wat bedoelt U met verbond?” vroeg ik, me naar de regenboog richtend.

“Ik heb een verbond gesloten met de hele aarde. Het is Mijn belofte aan elk levend wezen. Deze regenboog is mijn handtekening die iedereen kan zien wanneer er regen is, omdat Mijn Glorie uitgegoten zal worden over alle vlees, net als de vroege en late regens.” 50

“Waarom zijn er dan twee regenbogen?” Vroeg ik nieuwsgierig.

“Ik heb twee maal een verbond gemaakt met alles wat leeft,” antwoordde de Stem. “Het eerste verbond was gebaseerd op de belofte van de mens 51 om zich naar Mijn beeld te vormen en Mijn gedrag over te nemen. De tijd heeft bewezen, zoals iedereen nu kan zien, dat iedereen hierin heeft gefaald. Dus heb ik een tweede verbond gemaakt en deze gebaseerd op Mijn belofte alleen, zodat succes gegarandeerd is. 52 En ik zal niet falen. Ik zal Mijn glorie over de hele aarde brengen, zoals het water de zee volledig bedekt.” 53

“Dus de regenboog boven deze vertegenwoordigt Uw belofte en is groter dan de onderste?” Vroeg ik aarzelend, omdat ik de Stem niet wilde beledigen.

“Beide zijn nodig geweest, maar de eerste werd gegeven om te laten zien dat de mens onbekwaam is, terwijl de tweede gegeven werd om te laten zien dat Ik wel bekwaam ben.”

“Toch hebben beide regenbogen dezelfde kleuren en lijken erg op elkaar,” antwoordde ik.

“Het doel van beide is hetzelfde; de verantwoordelijke partijen zijn verschillend. In het eerste moet de mens zelf proberen om zijn belofte na te komen door zijn eigen wilskracht. Wanneer blijkt dat geen mens hierin kan slagen, zal iedereen de waarheid moeten accepteren dat alleen Ik hen kan veranderen naar Mijn beeld. Falen is geen optie.”

De kracht van de diepe Stem was onweerstaanbaar en ik wist dat de dag zou komen, hoe lang het ook zou duren, dat de Stem het recht, de macht en de wil zou hebben om alle mensen naar Zijn Koninkrijk toe te trekken, ongeacht hun huidige weerstand. 54

“Vertegenwoordigen de zeven kleuren van de regenboog de diversiteit van de schepping zelf?” vroeg ik.

“Ja en ze werden elk op hun beurt gemaakt. Strek je hand uit en raak de kleuren één voor één aan, dan zullen ze zichzelf openbaren.” zei de Stem met een bevelende toon.

Ik strekte me nogmaals uit en raakte de kleur violet aan. Meteen sprak het: “Licht!” 55 Dat ene woord leek echter drachtig van een heel nest jongen. Openbaring is als een sleutel die de deur opent van een enorm landhuis vol met juweeltjes van waarheid en stromen van inzicht. Dus het bestaan van licht impliceert dat er ook duisternis is, en toch staat het erboven in gezag. Overal waar licht zijn voet neerzet, houdt de duisternis op te bestaan.

Verder zag ik kinderen van het licht en kinderen van de duisternis. Ik zag dat de duisternis in de mensen - hoewel ingesloten en aan alle kanten beschermd - uiteindelijk ontdekt zou worden en worden opgeslokt door dit oer-licht. Dat is de natuur van licht en de kracht van zijn wil. En de Stem sprak een tweede keer op een tevreden toon: “Het is goed.” 56

Jozua bracht de mand hoger en ik stak mijn hand in het blauwe licht. Onmiddellijk sprak de donderende Stem van het blauwe licht: “Dubbele Wateren!” 57 Ik zag de oorspronkelijke wateren uiteen gaan, de één naar de aarde stromend en de ander tot in de hemelen. Ik wist dat dit lagen van waarheid waren, gescheiden door de tweede hemel, de plaats waar alle geestelijke strijd plaatsvindt. Het was het grote slagveld van de kosmische ziel die tussen het lichaam van de aarde en de geest van de hemelen stond.

Ik kon ook ver in de toekomst zien, alsof het een tijdloos heden was, wanneer de lange dualistische strijd zou eindigen in een volledig eenzijdige overwinning. Ik zag de tijd van waterscheiding eindigen, op het moment dat allen zouden samenkomen en weer stromen als één. Tevreden sprak de Stem nogmaals: “Het is goed.” 58

Terwijl de mand gestaag omhoog bewoog, stak ik mijn hand in het groene licht en de machtige Stem sprak: “Land en Zee!” 59 Ik zag op de aarde een weelderige vegetatie ontspruiten, zaden die gepland werden en een opbrengst van vruchten naar hun soort, volgens de wetten van de groene Stem. “Het is goed,” verkondigde de Stem weer. 60

We bleven hoger komen en ik stak mijn hand weer uit, dit keer in het heldere gele licht. Met een donderslag die de mand waarin we stonden deed schudden, sprak de gele Stem: “Laat de Lichten Regeren!” 61  Ik zag een explosie van licht de lege ruimte versplinteren en het vullen met grotere en kleinere lichten, elk het rechtsgebied toegekend in de mate van zijn glorie. Nogmaals sprak de Stem met toenemend plezier: “Het is goed.” 62

We klommen nog steeds hoger en toen ik mijn hand in het oranje licht stak, donderde de Stem, “Schepselen!” 63  Zijn commando bracht onmiddellijk talloze felgekleurde vogels in de hemelen voort en de oceaan bruiste door een scala aan levende wezens, groot en klein. De Stem bevestigde weer dat de Schepping Zijn wil had gehoorzaamd: “Het is goed.” 64

Terwijl we de top van de regenboog naderden, stak ik mijn hand in het diepe rode licht en zijn krachtige Stem verkondigde: “Beesten en Mensen!” 65 Ik zag de roodachtige aarde beesten voortbrengen met veel benen, anderen met vier en weer anderen met twee. Diep rood bloed stroomde door hun aderen om hen te identificeren met de aarde die hen had voortgebracht. Ik zag de zielen van mensen in het bloed en wist dat zijn rode kleur gegeven was om hen te identificeren met de grond waaruit ze genomen waren. En de Stem zei, “Het is goed.” 66

Toen Joshua en ik aan de top van de regenboog kwamen, bereikte de ballon het maximum tot waar het kon opstijgen en stopte, zwevende naast het paarse licht dat het hoogste punt van de regenboog vormde. Ik strekte mijn hand opnieuw uit tot in de serene kleur en zijn Stem sprak met een onverwachte kalmte: “Rust!” 67

Ik ervaarde een overweldigend gevoel van voldoening, alsof ik had deelgenomen in het creatieve werk en terug was gekeerd naar huis vol van vreugde en vervulling. Ik begreep dat de Schepper hield van zijn werk. Zijn heerschappij, ook gerepresenteerd door de paarse kleur aan de top van de regenboog, was geworteld in volmaakte en volledige liefde voor al wat Hij geschapen had. Alles was goed aan het begin, alles perfect passende als een stukje van een universele puzzel van schitterende kleuren en vormen.

Op dat moment hoorde ik een geweldig geluid toen de Stem van zeven kleuren in harmonie sprak: “Het is zeer goed!” 68 Opvolgend trokken de Stemmen zich terug en het viel stil, maar niet voordat ze geopenbaard hadden dat de Schepping goed was, niet slecht en dat alle kwaad, onenigheid en ongehoorzaamheid op de aarde tijdelijk was, omdat het niet oorspronkelijk of van nature deel van deze schepping was.

Zo zag ik ook dat juist het bestaan van licht de betekenis gaf aan de duisternis. Niet door het meer kracht te geven, maar door te laten zien waar zijn grenzen zijn, zijn autoriteit en uiteindelijk de lengte van zijn bestaan. Het licht kwam niet alleen tot stand door de eerste Stem, maar het was ook in leven, breidde zich steeds verder uit, alle sporen van duisternis zoekend en opslurpend, daar waar het licht niet was geweest. 69

Met het licht kwam openbaring, wat de grenzen van ontkenning neerzette. Realiteit verving illusie. ‘Niets’ werd vervangen door ‘Iets’ in alle lege holtes die het licht vulde.

Zelfs de scheiding tussen de wateren was goed, want het was niet blijvend. De scheiding stond alleen toe dat het creatieve proces doorging, voorbij zijn huidige zijn. Zo is het leven zelf, altijd groeiend en toenemend, alle leegte wat het tegenkomt vernietigend met de snelheid van het licht. Maar al deze goedheid was niet bekend aan het begin, onbekend voor iedereen behalve de Schepper Zelf, want goedheid kan alleen door mensen begrepen worden door het contrast.

Mensen hebben een slecht zichtvermogen en weten alleen door ervaring. Ze zijn niet in staat om de werkelijkheid te herkennen los van het tegengestelde. Het is niet zo dat het goede het kwade nodig heeft om te kunnen bestaan, of zelfs dat het goede het kwade nodig heeft om betekenis te krijgen, want de goedheid van de Schepper, of het nu wel of niet door mensen herkend wordt, is altijd aanwezig. Het bestaan van het kwaad is volledig afhankelijk van het goede, net als duisternis zijn bestaan dankt aan het licht – of eigenlijk, de afwezigheid daarvan.

In alle kosmische paradoxen (schijnbare tegenstellingen) waarin betekenis wordt gegeven door het contrast, is het goddelijke doel om te laten zien dat goedheid heerst over zijn kwade tegenhanger. Nooit heeft de duisternis de macht gekregen om het licht te overwinnen. Ook heeft disharmonie nooit de macht gekregen om gelijke te worden met harmonie. Hoewel het centrum van de tweede hemel een scene is van het dodelijke gevecht tussen deze twee, is de uitslag nooit een vraag geweest. Disharmonie, ongehoorzaamheid, ontkenning, chaos en trots zijn allemaal tijdelijke omstandigheden, voedsel voor het groeiende licht. Zulke negatieven bestaan alleen om glorie te geven aan de Veroveraar, dat Zijn Koninkrijk zal groeien met elk nieuwe creatieve project wat niet gebonden is aan grenzen van tijd of ruimte.

De overwinning van het licht was nooit een twijfel over mogelijk, want het oneindige moet altijd voortduren, net als het eindige wordt opgeslokt in een nederlaag.

Joshua en ik waadden onszelf in het licht van het woord voor een lange tijd. We bespraken de openbaring die ons gegeven was door de goedheid van de Schepper. Uiteindelijk daalde een andere Stem vriendelijk, maar vastberaden op ons neer van boven: “Kom hierboven.” 70

Met dat geluid werd onze Geloofsballon door onzichtbare handen door een onzichtbare, ondoordringbare en flinterdunne sluier getrokken. Een sluier die de omgeving van de eerste regenboog onderscheidde van die van de tweede. We waren niet bij machte om het te weerstaan, als we dit al zouden willen. Maar dit wilden we ook niet, want de Macht was net zo onweerstaanbaar voor ons hart als het was voor ons lichaam. Het verlangen van deze Omarmende werd één met het verlangen van de omarmden, twee harten die klopten als één, met dezelfde verwachtingen, dezelfde doelen en een identieke liefde.


Voetnoten

  1.   — 1 Petrus 1:24.
  2.   — De derde letter van het Hebreeuwse alfabet is de gimel, ‘kameel’. Het betekent opgeheven worden of trots zijn, vanwege dat kamelen met hun neus in de lucht lopen. Zie ook Mattheüs 19:24.
  3.   — Merk de progressie op: het dode lam suggereert Pasen; het vuur en de hete opheffende lucht suggereert Pinksteren; de regenbogen suggereren Loofhutten.
  4.  — Mattheüs 13:52.
  5.  — Hebreeën 11:3 zegt letterlijk dat de aionen, of tijdperken, gevormd zijn door het woord van God. Vandaar dat Hij de Heer van Tijd is.
  6.  — Genesis 3:16.
  7.  — De regenboog verscheen voor het eerst in Genesis 9:13, daarmee Gods verbond met de hele aarde representerend. Het woord ‘verbond’ verschijnt voor het eerst in Genesis 9:9, meteen nadat Noach’s naam voor de 32e keer genoemd wordt in Genesis 9:8. Tweeëndertig is het bijbelse getal voor verbond.
  8.  — Johannes 10:4.
  9.  — Joël 2:23.
  10.  — Exodus 19:5-8.
  11.  — Hebreeën 8:8-12; Galaten 4:28.
  12.  — Habakkuk 2:14, alhoewel de eerste keer al beloofd in Numeri 14:21.
  13.  — 1 Timotheüs 2:4.
  14.  — Genesis 1:3.
  15.  — Genesis 1:4.
  16.  — Genesis 1:6.
  17.  — Wordt niet genoemd in de Schrift, maar wordt geïmpliceerd door Genesis 1:31.
  18.  — Genesis 1:9, 10.
  19.  — Genesis 1:10.
  20.  — Genesis 1:16.
  21.  — Genesis 1:18.
  22.  — Genesis 1:20, 21.
  23.  — Genesis 1:21.
  24.  — Genesis 1:24-27.
  25.  — Genesis 1:25.
  26.  — Genesis 2:2.
  27.  — Genesis 1:31.
  28.  — Johannes 1:5.
  29.  — Openbaring 4:1.